Boertje Bram is geboren en getogen op een boerderij in de Beemsterpolder. Hij is klein van stuk, maar dapper. Hij heeft rode wangen van het altijd in de buitenlucht zijn.
Bram draagt altijd een overal en laarzen. Als het heet is, heeft hij een pet op. Als het koud is een muts. Hij heeft een heldere kijk op het leven op het platteland. Bram heeft grote blauwe pretogen en is altijd vol verwondering. Hij heeft respect voor zijn land en gewas. Hij heeft ook een hond Rex genaamd, kippetjes, konijnen, paarden en een paar geitjes op zijn boerderij.
Met zorg en aandacht werkt Bram ijverig al de seizoenen van het jaar. In de lente zaait en plant hij alle groentes. In de zomer oogst hij sommige groentes, andere in de herfst. Hij weet veel over het telen van gewassen. De zorg voor zijn grond en zijn dagelijks werkzaamheden worden voornamelijk bepaald door het weer.
Bram verbaast zich erover dat mensen uit de stad soms zo weinig weten over waar ons voedsel vandaan komt. Dat ze denken dat je melk in een pak in de supermarkt koopt, en dat daar sla en vlees voorverpakt klaarliggen om mee te nemen. En dat ze niet begrijpen dat je sommige producten gewoon niet het hele jaar kan eten omdat het een seizoensproduct is.
Wat hem opvalt is dat als hij mensen vertelt wat hij doet, hoe hij het doet en waarom hij het op die manier doet, zij hem beter begrijpen. En dat ze meer respect krijgen voor de prachtige producten die hij teelt op de oude zware Beemsterklei.
Stap voor stap neemt Bram jou mee in zijn wereld: het land van Boertje Bram.
Van het poten van zijn aardappels tot aan het klaarmaken van een mooi streekgerecht. Lang heeft hij nagedacht hoe hij dit moest aanpakken.
Ik heet Boertje Bram en aardappels telen is niet gewoon mijn beroep. Het is mijn hobby, tijdverdrijf en grootste obsessie. Ik zie aardappels als eetbare kunst.